Ulysses en Cyrano
Ulysses en Cyrano, door Stéphane Servain, Xavier Dorison, Antoine Cristau.
Ulysses Ducerf is achttien en staat aan de vooravond van zijn eindexamen. Wiskunde boeit hem nauwelijks, maar dat is bijzaak: zijn toekomst lijkt al uitgestippeld. Hij zal de cementfabriek van zijn vader overnemen, zoals het hoort. Zoals het altijd is gegaan.
Maar de erfenis van de familie Ducerf is niet onbesproken. Er gaan geruchten dat hun fabriek tijdens de oorlog leverde aan de Duitsers. De beschuldigingen dwingen het gezin tot een verhuizing naar Bourgondië — ver weg van de oude wereld, maar ook van de oude zekerheden.
Daar, tussen de wijngaarden en de veldwegen, ontmoet Ulysses een zonderlinge man: Cyrano. Geen ridder met een degen, maar een kok. Norse blik, vlijmscherpe tong, vurige ziel. Hij kookt zoals anderen oorlog voeren — met overgave, passie en een scherp oog voor detail.
Wat begint als een toevallige ontmoeting, groeit uit tot een initiatie. Want Cyrano leert Ulysses meer dan koken: hij leert hem proeven. Van smaken, van het leven, van zijn eigen keuzes. En dat alles op het ritme van de Franse keuken, in het Frankrijk van wederopbouw en vergeten wonden.
Ulysses & Cyrano is een beeldschoon culinair coming-of-age-verhaal dat zich afspeelt in het geurige decor van naoorlogs Bourgondië. Stéphane Servains tekeningen bruisen van smaak, terwijl Dorison en Cristau met verfijnde pen vragen stellen over identiteit, plicht, genot en vrijheid.
Een verhaal om je vingers bij af te likken — over hoe je jezelf vindt in wat je durft los te laten.