Kuifje 11 – Het geheim van de eenhoorn
Het Geheim van de Eenhoorn is het elfde album in de Kuifje-reeks van Belgisch striptekenaar/-scenarist Hergé.
Kuifje ontdekt een raadsel, achtergelaten door een voorvader van Kapitein Haddock, Sir Francis Haddock. Het raadsel zou de sleutel kunnen zijn tot een de piratenschat van Scharlaken Rackham. Om het raadsel te ontrafelen moeten Kuifje en Haddock drie identieke schaalmodellen vinden van De Eenhoorn, het schip van Sir Francis. Maar Kuifje en Haddock ontdekken dat er kapers op de kust zijn. Een andere partij is ook op zoek naar de schat. Het boek is het eerste deel van een tweeluik. Het verhaal gaat verder in het album De Schat van Scharlaken Rackham.
Nazi Bezetting
Het album verscheen voor het eerst in de krant: vijf keer drie plaatjes per week in Belgische krant Le Soir van juni 1942 tot en met januari 1943; gedurende de Duitse bezetting dus. Dit betekende dat Hergé zich moest onthouden van politiek commentaar in de avonturen van de jonge reporter. Het Geheim van de Eenhoorn is dus een politiek neutrale komedie, waarin Hergé meer dan voorheen de focus legt op het plot.
Van Melkebeke
Dit album was het eerste Kuifje-avontuur waarin Hergé samenwerkte met de schilder/journalist Jacques van Melkebeke. Volgens Hergé-biograaf Benoît Peeters heeft Melkebeke Hergé grote invloed gehad op het verhaal van Het Geheim van de Eenhoorn. Melkebeke zou Hergé hebben aangemoedigd dit verhaal een stuk complexer te maken dan voorgaande Kuifje-avonturen. Uit dank beeldde Hergé Melkebeke af aan het begin van het verhaal, op de voddenmarkt waar Kuifje het modelschip koopt.
Schip
Voor een historisch kloppende illustratie van een schip, klopte Hergé aan bij zijn vriend, Gérard Liger-Belair, de eigenaar van een winkel te Brussel, gespecialiseerd in modelschepen. De winkelier voorzag Hergé met de plannen van een 17e eeuws Frans oorlogsschip: Le Brillant, gebouwd in Le Havre in 1690.