A Christmas Carol
A Christmas Carol, door José-Luis Munuera.
“Geen kerstvertelling is bekender dan het honderdtachtig jaar oude, hartverwarmende A Christmas Carol — of vaker bewerkt, van Blackadder tot Bugs Bunny. Ook in de strip: voor de meest getrouwe versie verwijzen we graag nog eens naar Dick Matena. De verstripping door José-Luis Munuera, die vorig jaar nog Melvilles novelle over De Klerk Bartleby aanpakte, is een vrijere bewerking. Scrooge is nu zowaar een misantropische vrek in vrouwengedaante!
Voordat je je aansluit bij dolle mina’s die Munuera, die het aangedurfd heeft van een van de meest gehate figuren uit de wereldliteratuur ook nog eens een vrouw te maken, op de brandstapel willen sleuren, één goede raad: lees de strip eerst eens. Net zoals A Christmas Carol destijds — zoals altijd in het werk van Charles Dickens — bedoeld was als maatschappijkritiek (een aanklacht op de schrijnende armoede in het midden-negentiende-eeuwse Engeland, maar met een happy ending), neemt Munuera het in zijn bewerking in feite net heel feministisch op voor de werkende vrouw. Een vrouwelijke Scrooge is overigens geen première. Eerder al waren er bijvoorbeeld de tv-films Ebbie (1995), A Diva’s Christmas Carol (2000) en A Carol Christmas (2003) met Tori Spelling als Scroogette.
Munuera’s Elizabeth Scrooge is een knappe verschijning met een neusje zo scherp als een recensie op Stripspeciaalzaak.be en een karakter zo lelijk als onze kerstwensen aan V. Poetin. Een feeks die de kerst maar ‘nonsens’ vindt en haar klerk Cratchit dan niet eens een vrije dag gunt. Afijn, je kent het verhaal, en hoe de oorspronkelijke Scrooge geïntimideerd door diverse kerstgeesten plots tot inkeer komt en voortaan het zonnetje in huis wordt.
Zo niet onze Elizabeth. Onverstoord blijft ze bij haar overtuiging dat Kerstmis “humbug” is, waar niks vrolijks aan is, en trouw aan zichzelf. “Mijn enige misdaad is ambitie. Niemand ziet graag een vrouw met ambitie, want een vrouw hoort volgzaam te zijn.” Zij is niet geworden wat de wereld volgens haar van haar verwachtte: een echtgenote, een moeder, een “edwee, toegewijd, voorbeeldig vrouwtje”. Aan Cratchits vrouw vertelt ze dat ze niet anders kan dan zichzelf te zijn: “In deze wereld heeft een vrouw weinig keus. Ze heeft maar twee opties: een heilige zijn of een heks.”
Ze is niet van plan te veranderen, zelfs niet als de geest van volgende Kerst haar graf toont, want dood gaan we toch. Zij ziet zich niet als de slechterik van het verhaal. Dat Cratchits zoontje Tiny Tim ten dode opgeschreven is, “dat is het werk van de zogenaamde verlosser die jullie elk jaar bij Kerst vieren. Dat is pas een schurk.”
Of de afloop van deze genderbender dan verschilt van Dickens’ kerstvertelling moet je zelf ontdekken, maar geloofwaardiger is die wel. En uiteraard is ook dit boek weer schitterend getekend, met veel ruimte voor de tekening en niet te veel tekst, en net als bij Bartleby heel sfeervol en sober ingekleurd door Sedyas.” –Stripspeciaalzaak.be
Hardcover | 80 pagina’s | Standaard Uitgeverij | 9789462108554