Dagboek van 1985
Dagboek van 1985, door Xavier Coste.
Londen, 1985. Een man met een kap klimt ’s nachts een gebouw op. In stilte spuit hij een reusachtig gezicht op de muur — een daad van verzet, een herinnering aan iemand die niet meer mag bestaan: Winston. Een bewakingscamera vangt een glimp op. De militie rukt uit. Tijdens zijn vlucht verliest de man een boek: Winston’s Book. Geen pamflet, geen propaganda, maar een dagboek. Een getuigenis. Een gevaar. Het boek belandt in handen van kameraad O’Brien, hooggeplaatst functionaris en trouw dienaar van het regime. Zijn opdracht is duidelijk: vind de auteur. Identificeer iedereen die ooit met Winston sprak, ademde, herinnerde. De jacht begint. Arrestaties volgen. Verhoren. Verdwijningen. En dan, wanneer de lijst volledig is afgewerkt, blijft er één naam over: O’Brien zelf.
“Maar als het niemand op de lijst is… wie zit er dan achter het boek?” vraagt de secretaris-generaal zich af. Hij krijgt geen antwoord — alleen de woedende blik van het volk als O’Brien wordt weggevoerd, veroordeeld tot de publieke dood.
Te midden van de chaos sluipt een jonge man naar voren: Lloyd. Een schakel in iets groters. Een nieuw verzet. Voor het vallen van de avondklok moet hij terug bij zijn kameraden zijn.
Xavier Coste (1984) keert terug naar de dystopische wereld van Orwell met een originele, beklemmende graphic novel over waarheid, herinnering en de eindeloze strijd tegen autoritaire macht.
Dagboek van 1985 is geen vervolg, maar een echo. Een spiegel. Een waarschuwing.