Kuifje 5 – De Blauwe Lotus
De Blauwe Lotus is het vijfde album uit de Kuifje-reeks. Het is het directe vervolg op De Sigaren van de Farao. Kuifje volgt het spoor van een opiumbende en belandt in Shanghai. Het verhaal verscheen voor het eerst in Le Petit Vingtième, de jongerenbijlage van de Belgische krant, Le Vingtième Siècle, van augustus 1934 tot en met oktober 1935. Het verhaal is in 1946 ingekleurd en hertekend. Daarna heeft het verhaal nog een update gekregen in 1974.
In 1999 plaatste Franse krant Le Monde dit Kuifje-album op de achttiende plaats van hun einde-eeuwslijst de 100 beste boeken van de eeuw.
Tchang Chong-jen
De Blauwe Lotus is het eerste album waar schrijver Hergé grondig onderzoek voor heeft gedaan. Het album is realistischer dan de meeste andere Kuifje-verhalen. Er komen geen verzonnen landen en plekken in voor en ook de hoeveelheid bovennatuurlijke elementen is beperkt. De jongeman Tchang, die Kuifje behulpzaam is in het verhaal, is een eerbetoon aan Tchang Chong-jen. Het personage in het boek is naar de echte persoon vernoemd als eerbetoon voor Tchang’s vele hulp bij de totstandkoming van het album.
Kolonialisme
Kuifje 5 – De blauwe lotus geeft een goede indruk van de politieke situatie in het China van de jaren dertig. Zo is het kolonialisme van westerse machten en Japan een belangrijk thema in het verhaal. Tchang Chong-jen zorgde ervoor dat er anti-Japanse slogans in het boek verwerkt waren. Dit zorgde voor een offiële klacht van Japan bij het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken. Aan de andere kant was men in China dan weer erg content met de gang van zaken en mocht Hergé op de thee komen bij Song Meiling, de vrouw van Chiang-Kai-shek, de toenmalige machthebber van China.
Trivia
Belgisch politicus en eerste president van de Volkerenbond Paul Hymans heeft een heel klein rolletje in het boek. Hij is de man met wit haar en dito snor die luistert naar een toespraak van een Japanse diplomaat in de Volkerenbond.